Op basis van alle ervaringen in het project, werd een protocol ontwikkeld dat het mogelijk maakt om een soundscape voor een individuele bewoner (of groepje bewoners) te creëren. Door gebruik te maken van dit protocol kunnen zorgverleners zelf een dagverloop voor een soundscape opstellen, specifiek en aangepast aan één bewoner. Het protocol is aldus een leidraad om op een systematische manier een individuele soundscape te creëren en bestaat uit drie delen.
Het eerste deel bevraagt een aantal algemene administratieve gegevens. Deze gegevens zijn doorgaans in het zorgdossier van de bewoner terug te vinden. Ze zijn eerder algemeen en administratief van belang.
Het tweede deel omvat meerdere assessmenttools die als doel hebben zowel de cognitieve als motorische mogelijkheden van de bewoner in kaart te brengen en gedragsobservatieschalen om een objectief beeld te krijgen op de gedragsproblematiek van de bewoner. Deze gegevens kunnen deels uit het zorgdossier gehaald worden. De observatieschalen worden afgenomen bij zorgverleners die recent direct contact hadden met de bewoner. Het gaat hier over onder andere de Katz-schaal, de NPI-Q, de CMAI en een 24u/24u observatielijst voor gedragsproblemen, deze asssessments werden in hoofdstuk 2 toegelicht. Om de cognitieve mogelijkheden in kaart te brengen werd de algemeen gekende Severe Mini Mental State (SMMSE) opgenomen in het protocol, de Elderly Mobility Scale (EMS) brengt de fysieke mogelijkheden in kaart. Daarnaast werd de Whispertest opgenomen om een zicht te krijgen op het gehoorverlies van de bewoner. Deze test kan afgenomen worden zonder extra apparatuur maar het vraagt soms wel de nodige creativiteit van de zorgverlener aangezien bewoners met dementie niet altijd de opdracht zullen begrijpen.
In het derde deel wordt getracht het creëren van de individuele soundscape te ondersteunen. Enerzijds is er aandacht voor het dagverloop van de bewoner. Dit wordt geschetst op een tijdlijn, zo krijgt de persoon die het protocol afneemt een goed zicht op een doorsnee dag van de bewoner. Naast een zicht op het dagverloop wordt er ook aandacht gegeven aan de geluidsomgeving van de bewoner. Er wordt nagegaan in welke omgeving de persoon zich ‘thuis’ voelt of voelde, uit welke elementen de geluidsomgeving vroeger bestond bv. een radio die altijd aanstond in de keuken, een trein in de buurt enz... Deze informatie wordt bevraagd bij familieleden of nauwe contacten van de bewoners. Zorgverleners kunnen vooral het huidige dagschema van de bewoner toelichten.
Het protocol is hier terug te vinden.