Rekening houdend met de aandachtspunten in stap 3, werd voor de try-out van de finale versie eerst contact opgenomen met het WZC. Samen met de zorgverleners werd de dagindeling overlopen van zowel het WZC als de deelnemende bewoners, zo kon het tijdschema afgestemd worden op de werking van het WZC waar deze laatste try-out plaatshad. De finale versie was gedurende één maand hoorbaar in één deelnemend WZC. De verkregen feedback op deze versie was grotendeels gelijklopend maar leverde ook nieuwe inzichten op.
De vogelgeluiden werden ook hier goed onthaald en werkten rustgevend. Aangezien deze try-out beduidend langer liep dan de vorige bleek hier dat er gewenning optreedt bij de zorgverleners aan de soundscape. Naar het einde van de try-out toe was men zich dan ook minder bewust van de aanwezigheid van de soundscape. Opvallend is dat er na afloop bewoners waren die aan de zorgverleners vroegen ‘waar zijn de vogels?’. Dit wijst erop dat de soundscape zeker zijn doel bereikt. Zoals ook eerder aangegeven, was het steeds de bedoeling dat de soundscape op de achtergrond speelt, bij het wegnemen ervan valt dit echter wel op en ‘missen’ bewoners iets. De gewenning is dus normaal en verwacht, toch blijft men de soundscape onbewust ervaren. De muzikale intermezzo’s tijdens het middagmaal werden eentonig ervaren maar mogen zeker behouden blijven mits er meer variatie in te brengen en te opteren voor levendigere muziekfragmenten. Net zoals de belgeluiden in een vorige try-out onrust veroorzaakten bij een bewoonster, veroorzaakte hier de hartslag onrust bij één bewoonster. Dit bevestigd dat individuele aanpassingen zeker realiseerbaar moeten zijn.
Het tijdschema werd op voorhand besproken met de hoofdverpleegkundge. Ondanks deze afstemming bleek tijdens de try-out dat de soundscape niet steeds samenviel met de activiteit in het WZC. Zo mochten bv. het muzikale intermezzo tijdens het middagmaal en de hartslag op de bewonerskamer soms vroeger of later starten. Zowel wat het tijdschema als bepaalde geluiden voor bepaalde bewoners betreft werd hier dus eveneens bevestigd dat een beperkte flexibiliteit naar aanpassen van de soundscape gewenst is. Anderzijds werd het wel positief ervaren dat de soundscape niet door zorgverleners moet bediend worden (deze manueel opstarten en stopzetten). Het is dus voornamelijk op bepaalde momenten of in een specifieke situatie dat de soundscape aanpasbaar moet zijn door de zorgverleners.
Specifieke feedback met betrekking tot de esthetiek van de installatie werd hier niet geformuleerd. Tijdens andere try-outs kwam dit wel naar voor. Bepalende rol is hier vermoedelijk het interieur van het WZC. Zo stond de installatie soms in een bewonerskamer waar op de vensterbank geen andere accesoires zoals een fotokader en bloemstukjes stonden, soms stond de installatie op een vensterbank met nog andere accesoires waardoor deze minder de aandacht trok. Ook in de leefzaal stond de installatie soms goed verdoken bv. op een buffetkast waar een aantal decoratiestukken centraal stonden en de installatie minder bij aansloot.